donderdag 29 augustus 2013

Het was mooi

Hij grijnst. Zijn ogen twinkelen; hij heeft weer wat bedacht. Met zijn vaak cynische, soms haast morbide humor, kan hij met onverwachte ideeën op de proppen komen. Zo ook op deze dag waarop de verhuizer dochter’s meubels - die jarenlang bij hem waren opgeslagen en waar hij wekenlang mee in de weer is geweest om ze te voorzien van een nieuwe laag beits, een nieuw latje, een laagje was - komt halen. Om de roddels in de buurt nog wat te voeren, zegt hij, zou ik eigenlijk op het moment dat de verhuiswagen wegrijdt, met droeve blik en koffertje in de hand het huis moeten verlaten. Dochter ziet de lol er wel van in en haar voorstel om het geheel op film vast te leggen vindt gretig bijval: geweldig idee, zegt hij, dat wordt ons meesterwerk. Een bulderende lach.

Take one: de verhuiswagen wordt ingeladen. Take two: de deuren worden vergrendeld. Take three: inzoomen op het motto van de verhuizer: u pakt uw koffertje, wij doen de rest. Take four: de verhuiswagen trekt op en rijdt weg. De camera volgt de vrachtwagen en zwenkt dan in tegenovergestelde richting. Daar loopt hij, in een lange grijze regenjas, met gebogen schouders en een oud leren koffertje in de hand. Hij kijkt nog eenmaal met droeve blik naar zijn huis, heft zijn vrije arm vertwijfeld ten hemel en sjokt dan weg. Het beeld vervaagt langzaam.

De camera gaat uit. Hij draait zich om en loopt grijnzend terug. De opnamen worden bekeken en goed bevonden. Nu nog monteren en een titel verzinnen. “Het was mooi”, laten we dat als werktitel gebruiken, stelt hij voor. 
 
Drie dagen later krijgt hij een herseninfarct. Gevolgd door een zware hersenbloeding. Vier dagen later overlijdt hij. Mijn vader. Zo gezond, zo sterk, zo actief en vol plannen. Zo onverwachts, zo absurd. Zo intens verdrietig. Zo verbijsterend.

De meubels waar hij zo hard aan heeft gewerkt, staan prachtig in ons rustieke huisje op het Spaanse platteland. Een schrale troost. Hij had het zelf moeten kunnen zien. Ons meesterwerk laat ons zijn humor na. Een schrale troost, het lijkt nu niets meer dan een macabere grap van een wreed lot. Ik was al in Nederland toen mijn vader overleed en heb een paar dierbare weken met hem doorgebracht. Een schrale troost. Want hij is er niet meer. De band met mijn moeder en zussen is hechter dan ooit. Een schrale troost. Want over een paar dagen brengt het vliegtuig ons onverbiddelijk terug naar den vreemde. Hoe reik ik over zo’n wereldwijde afstand mijn moeder mijn hand als zij die nodig heeft?

Niets is meer zoals het was. Een onherroepelijke verandering van zetten waar we ons naar zullen moeten voegen, als onbeduidende pionnen die de regie op generlei wijze in handen hebben. De glans is er vanaf.

Het was mooi. Maar het had nog zoveel langer mooi moeten zijn.
Augustus 2013